De ouders van de twaalfjarige tweeling Otis en Bo verdwijnen zonder enig spoor na te laten. De politie staat voor een raadsel. Otis geeft zichzelf de schuld van het gebeuren. Weken later staat een zekere Francis voor de deur. Hij was ooit de collega van hun vader, maar na een felle ruzie werden alle banden verbroken. Hij beweert dat hij jaren geleden als hun voogd werd aangesteld in geval van nood en neemt meteen zijn intrek in het huis. Wanneer Otis Francis hoort praten over een bijzonder boek in de bibliotheek van zijn vader, is hij er meteen van overtuigd dat dit de reden is waarom zijn ouders moesten verdwijnen. Maar wat gebeurt er als iemand het boek opent?

Een onopgelost mysterie. Een bijzonder huis. Een afgesloten kamer. De twaalfjarige Otis zit op een nieuwe school, met oude en nieuwe vrienden. Zijn vader, archeloog en antiquair, reist de wereld rond op zoek naar bijzondere boeken. Ook hun huis staat vol met zulke boeken. Op een dag reist Otis met zijn klas naar Londen. Daar ontmoet hij Anton, een oude vriend en ex-collega van zijn vader. Wanneer Anton en zijn vrouw Val hem uitnodigen om hun boekencollectie te komen bekijken, gebeuren er meteen vreemde dingen. Otis hoort een stem in zijn hoofd, die hem naar een mysterieuze kamer leidt. Maar de stem waarschuwt hem ook. Zodra hij ook maar één voet in die kamer zet, zal hij er nooit meer weggeraken. Otis weet dat de boeken in de kamer de oplossing bevatten voor een onopgelost mysterie in zijn eigen familie en opent de deur...