Bibi"s vader heeft een wolwinkeltje, genaamd Bollewol. Soms zou Bibi liever willen dat hij een stoerdere winkel had. Of een restaurant, zoals de vader van haar beste vriend Midas. Op een dag wordt er een vreemd pakketje bezorgd. Er blijkt een robot in te zitten, een meisjesrobot om precies te zijn. Ze heet Botje en is dol op olijfolie en voorgelezen worden. Verder kan ze keiharde boeren laten en supergoed voetballen. Kortom: ze leeft! Tenminste, als ze op tijd wordt opgeladen... Algauw wordt duidelijk dat Botje gezocht wordt door iemand met nare bedoelingen. Bibi doet er alles aan om Botje te beschermen. Maar wie heeft Botje eigenlijk gemaakt? En waarom is ze bij Bibi gebracht?

Op een dag ontvangt Bibi een briefje van haar robot-vriendinnetje Botje. Botje schrijft dat Appie weg is en of Bibi wil komen. Samen met haar beste vriend Midas gaat Bibi meteen naar Botje toe. Ze treffen Botje helemaal alleen aan – zonder Appie Eensteen, de beroemde uitvinder en bovenal Botjes maker. Botje vertelt dat hij een paar dagen geleden van de trap is gevallen en opgehaald door een ambulance. Ze gaan op onderzoek uit en ontdekken dat Appie in een bejaardentehuis zit, speciaal voor mensen met geheugenverlies. Botje vindt het heel erg, maar Bibi heeft stiekem wel wat gemengde gevoelens. Ze vindt het zielig voor Appie, maar is ook heel blij dat Botje weer bij haar is. Maar dan gebeurt er iets … Botje heeft dringend hulp nodig. Er is maar één iemand die Botje kan helpen. Alleen weet diegene niet eens meer wie hij zelf is. Wat nu?

Parijs oh la la! In de hoofdstad van Frankrijk wordt een prestigieuze robotwedstrijd georganiseerd en uitvinder Appie doet daar natuurlijk aan mee. Bibi en Midas mogen met hem mee om op Botje te passen, maar Botje heeft zo haar eigen ideeën over hun verblijf in de stad van de liefde. Vooral als ze daar alle andere robotjes ook ziet, waarvan er eentje wel heel speciaal is. Botje raakt helemaal hoteldebotel en verliest daarbij alle voorzichtigheid uit het oog. En dat heeft grote gevolgen…