
Epische, op ware feiten gebaseerde liefdesgeschiedenis van drie mensen die niet zonder en niet met elkaar kunnen leven, over kunst, liefde, vriendschap, oorlog en zelfbeschikking Nederland, 1936, de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Adriaan Roland Holst, ‘Jany’ voor intimi, dichtersvorst en homme à femme, ontmoet de mooie, getalenteerde glazenierster Gisèle van Waterschoot van der Gracht. Tussen hen ontstaat een zielsverwantschap, die verder gaat dan zijn gewoonlijke romantische avonturen. Al snel voelt Gisèle zich opgenomen in de kring rond Roland Holst en wijdt ze haar leven aan de kunst en de liefde. Op datzelfde moment droomt de jonge actrice Mies Peters van eenzelfde leven. Waar Gisèle licht en teder is, is Mies aards en zinnelijk. Ze begrijpt dat haar huwelijk met de verkoper Paul en haar jonge moederschap niet zijn te combineren met een succesvolle toneelcarrière. In Jany vindt ze een hartstochtelijke minnaar; hun liefde bestaat uit strijd en evenveel momenten van groot geluk. De gekwetste Paul zoekt zijn heil bij de snel opkomende nsb en vertrekt met een hoofd vol idealen naar het oostfront. Ook Jany, Gisèle en hun vrienden kunnen zich niet onttrekken aan de oorlogsdreiging en vooral Jany voelt dat hij van zijn ivoren toren moet afdalen om een positie in te nemen. Gisèle neemt jonge Joodse onderduikers in huis die ’s nachts, als de verduisteringsgordijnen gesloten zijn, onderwezen worden in filosofie, poëzie en tekenkunst. De oorlog dwingt uiteindelijk iedereen om de keuze te maken tussen buigen of barsten, goed en fout, de haat en de liefde. Te midden van alle vernietiging, honger en geweld is de kunst de enige manier om te overleven.
Author

Susan Smit (1974) groeide op in Noordwijk en werkte tien jaar als fotomodel in binnen- en buitenland. Op haar zesentwintigste studeerde ze af in Culturele Studies, met als hoofdvak Nederlandse Taal- en Letterkunde, aan de Universiteit van Amsterdam. Ze woont met haar kinderen Linde en Goof in Amsterdam en is getrouwd met journalist Onno Aerden. Ze beschouwt spiritualiteit en literatuur als haar grootste passies. Toen ze in 2000 een artikel schreef over moderne heksen werd ze gegrepen door het fenomeen. In het jaar dat volgde, deed ze research naar de geschiedenis van deze eeuwenoude religie, stortte zich in rituelen en leerde werken met magie en kruiden. Uiteindelijk liet ze zich inwijden als heks. Over haar ervaringen schreef ze het boek Heks. Een magische reis door de westerse spiritualiteit, dat in 2001 uitkwam.